Van Val via Baalhoek over Koewacht naar Schapenbout tot Spui

 

16 juli ’17

Begin: 10:59

De zesde tocht in Zeeland en de allereerste in Zeeuws-Vlaanderen ging vanaf de bushalte Westerscheldetunnel in Terneuzen van start. Ik ben met de fiets in de bus vanuit Goes hierheen gereisd. Niet helemaal toegestaan, het mag strikt genomen alleen vanaf ’s-Heerenhoek Tolplein tot deze halte. Maar de buschauffeur was genadig, ‘behalve als de inspectie komt’. Die kwam niet. Om 11 uur ’s ochtends kon ik dus gerust gaan fietsen. Othene werd als wijk van Terneuzen bestempeld, maar Val had keihard een bordje. Een wit bordje weliswaar, maar toch. Twee straten kent Val: Val en Verkorting. Hilarisch.

Het zou niet de enige vreemde plaatsnaam zijn die ik vandaag zou tegenkomen. Deze streek zit er vol mee. Dieren zijn goed vertegenwoordigd in Vogelwaarde en Lamswaarde en Ossenisse en later Koewacht, maar absurditeit mag er ook zijn met Baalhoek en Paal. De rare namen waren wel het vertier dat deze tocht tot dan toe bood. Mijn eerste echte kennismaking met Zeeuws-Vlaanderen was niet bepaald meeslepend. Het landschap kwam kaal, eentonig en droevig op mij over. Er is weliswaar veel groen, maar het is allemaal van een uitgestrektheid die me deed denken aan het eindeloze Oost-Groningen. De contreien van Graauw en Nieuw-Namen, bezuiden het Verloren Land van Saeftinghe langs de Belgische grens, waren misschien wel het meest typerend: een onbegrensd zeekleipolderlandschap, dat aan de horizon slechts wordt onderbroken door een rij bomen. In het zuidoosten doemde ook de kerncentrale van Doel op.

Vanaf Hulst werd het allemaal een stuk beter op. De zeekleipolders liet ik achter me. Hulst, door het internet betiteld als ‘de meest Vlaamse stad van Nederland’, maakte een prettige indruk op mij. Een historisch centrum binnen een hoekige gracht, een enorme kerk op de markt, gezellige terrasjes en natuurlijk goeie frieten. Het was een fijne pauzeplek. Er stonden toen 85 km op de teller. En het saaie polderlandschap zou ik ook achter me laten.

De tocht ging verder naar het zuidwesten, via Koewacht naar Overslag. Dit gedeelte van de rit was mooi, ik fietste door de bossige Wildelandenpolder. In Overslag boog ik weer af naar het noorden, richting Terneuzen. Zodoende kwam ik nog door Axel, één van de plaatsen in Zeeuws-Vlaanderen die vroeger een op een eiland lagen. Na weer een korte stop bij het Wapen van Axel reed ik nog via de plaatsjes Spui en Schapenbout weer terug naar Terneuzen. Toen ik afstapte waren er 33 nieuwe dorpjes bezocht en had ik 132 km gefietst. Een zeer efficiënte en productieve tocht. Zeeuws-Vlaanderen is uniek, uiteraard. Maar mijn meest geliefde fietsstreek zal het niet worden.

Einde: 18:28

Tijd: 6:11:23
Afstand: 132.2 km
Gemiddelde snelheid: 21.4 km/h

33 nieuwe dorpjes: Terneuzen, Val, Reuzenhoek, Zaamslag, Zaamslagveer, Vogelwaarde, Hengstdijk, Zeedorp, Ossenisse, Walsoorden, Kloosterzande, Kuitaart, Lamswaarde, Paal, Kruispolder-haven, Baalhoek, Graauw, Emmadorp, Nieuw-Namen, Clinge, Hulst, Schuddebeurs (Hulst), Terhole, Sint Jansteen, Kapellebrug, Heikant, Koewacht, Overslag, Zuiddorpe, Axel, Vaartwijk, Schapenbout, Spui

124 van de 172 Zeeuwse plaatsen bezocht = 72 % voltooid
623.8 km gefietst voor Zeeland