De Pesser week. Vier tochten door Drenthe

De Pesser week

Vier tochten door Drenthe

In de zomer van 2020 ben ik met een aantal vrienden, in wisselende gezelschappen, een week in Drenthe op vakantie geweest. We hebben gekampeerd in het schone dorpje Diever en van daaruit enkele bescheiden tochtjes door het Drentse land gemaakt. Dit om vakantie en vriendschap te vieren, maar ook om bordjes voor missie-Drenthe te scoren. En om een groot deel van mijn vrienden eindelijk te onderwerpen aan PESSE. Zij zéggen dit namelijk al jaren, een verbindend onderdeel van onze vriendschap, maar hebben nog nooit de moeite genomen hier ook eens heen te gaan. Zij parasiteerden daarmee op het concept ‘Pesse’, waarover ik al meer schreef in “Het Pesser juk”.  Aan dat geparasiteer zou deze week een einde komen. Voorafgaand aan deze week was ongeveer de helft van mijn lijst met alle Drentse dorpen en steden en die gehuchten en buurtschappen met een in het oog springende plaatsnaam bezocht. In de trein terug constateerde ik dat de voortgang nu op 58% te ramen is!

D6: Hoogeveen – Diever
Niet iedereen ging op dezelfde wijze naar ons kampement. Met Ramon en Daan fietste ik vanuit Hoogeveen naar Diever. Inclusief regenpauze en vier nieuwe bordjes fietsten wij met een grote boog om Pesse heen. Het bezoek aan Pesse, dat moest iets voor de hele groep zijn. Via Pesse was het weliswaar wel sneller geweest om in Diever te komen, maar dan had Ramon 24 uur in quarantaine gemoeten en had hij met niemand mogen praten, verordonneerden Daan en ik. Als we naar Pesse gaan, gaan we met zijn allen. Ramon zou geen voorproefje mogen krijgen. Dat leek ons beter voor iedereen.

Afstand: 32,99 km
4 nieuwe plaatsen: Echten, Hees, Dieverbrug, Diever

D7: Drentse natuur en cultuur
Een van de culturele hotspots in Drenthe is het Drents Museum te Assen. We zijn daarheen gefietst, en wel via Oude Willem in het Drents-Friese Wold. Na deze fraaie omweg stuitten we op de Drentse Hoofdvaart, wat natuurlijk níet het Amsterdam-Rijnkanaal was, en via het fietspad langs dat kaarsrechte water fietsen we naar de provinciale hoofdstad. Smilde en de torenhoge tv-toren waren op dat saaie stuk de karige bezienswaardigheden. Assen zelf viel ons alleszins mee. We lunchten lekker en gingen daarna dus naar het museum. De tentoonstelling “Barbizon van het Noorden. De ontdekking van Drentse landschap 1850 – 1950” is zeer de moeite waard. De archeologie-afdeling was helaas dicht, dus aan de Pesser kano, de oudste kano ter wéreld (8000 v.C.) konden we ons helaas niet vergapen. Na het museum deden we ons desalniettemin te goed aan enkele lokale biertjes van brouwerij Maallust, waarna we jolig en met pap in de benen weer richting Diever fietsten. We kwamen langs TT Assen (“dat is toch geen sport”), maar vooral het Hijkerveld verdient vermelding: net als het Dwingelderveld weer een enorm groot uitgestrekt heideveld. Schitterend om door te fietsen, al zeg ik het zelf. Al kreeg Anna last van gevoelens van “existentiële leegte”. Bij Oranje ging het helaas even plenzen, maar middels dit schrijven wil ik ervoor waken de herinnering aan deze fraaie fietstocht niet te laten bezoedelen door die onverhoopte bui, die overigens ook niet lang aanhield. Het was gewoon een erg mooie dag. Ter afsluiting wil ik een gedicht van Drs. P citeren, dat afkomstig is uit de dichtbundel “Drenthe is best mooi. (Op Google Maps)”:

Een nieuwe lente en een nieuw geluid

Een nieuwe lente en een nieuw geluid
Alleen in Drenthe kijken ze wel uit

 

Afstand: 63,25 km
8 nieuwe plaatsen: Oude Willem, Hoogersmilde, Smilde, Bovensmilde, Hijkersmilde, Laaghalerveen, Oranje, Geeuwenbrug

D8: Rondje Pesse
Het was vandaag niet woensdag 29 juli 2020, nee, het ‘was’ Pesse. De dag van Pesse was aangebroken. (Voor meer hierover, zie “Het Pesser juk“). En zoals een man op de camping tegen ons vlak voor vertrek zei, waarschijnlijk geïnspireerd door ons herhaaldelijk gekraai: When a man is tired of Pesse, he is tired of life.  Onsterfelijke woorden, u begrijpt het. We fietsten vanuit Diever langs Dwingeloo weer naar het Dwingelderveld en moesten daar nog een stuk onverhard fietsen ‘omdat Google Maps dat aangaf’. Ik verkeerde in tweespalt omdat ik enerzijds de rode richtingbordjes Pesse wilde volgen maar ook Google Maps vertrouwde, en laatstgenoemde stuurde ons van het pad af. Hoe dan ook. We naderden op een gegeven moment natuurlijk echt Pesse. Bij het bordje hebben we nog als waren wij een of andere sekte “Pesse” gescandeerd, bij wijze van ritueel. Ook is er een minstens zo vreemd filmpje opgenomen waar Daan en ik het woord voerden, ook al konden we de woorden niet echt vinden. Mooi was het. Daarna gingen we lunchen en bier drinken bij het Erfgoed. “Er is niks in Pesse” is dus strikt genomen niet waar. Via Ruinen en Wittelte togen we weer terug naar de camping. Witteveen had geen bordje. Oldendiever wel. Lucas merkte ten slotte op dat het fietsen door Drenthe hem beter beviel dan in Friesland, vijf jaar geleden. Het landschap is rustiek, ruraal, en afwisselend. Je hebt minder het gevoel in the middle of nowhere te zijn. Wel is het aantal mensen met een elektrische fiets buitensporig hoog te noemen. Daar was ik het roerig mee eens, maar ik wierp tegen dat dat niet iets is dat je in algemene zin over Drenthe kan zeggen. Dit is overal zo. Wel wil ik hier nog even benadrukken niks tegen het fenomeen ‘de elektrische fiets’ te hebben. Ik mag alleen graag ageren tegen het gemak waarmee steeds meer jeugdigen zich met deze semifiets voort laten bewegen en wars zijn van enige inspannende activiteit. Maar dit terzijde. We zijn in Pesse geweest.

Afstand 44,92 km
4 nieuwe plaatsen: Pesse, Anholt, Wittelte, Oldendiever

D9: West-Drenthe
De donderdag was qua fietstocht de mooiste dag van de Pesser week. Dit komt met name doordat we weer een heerlijk stuk door het Drents-Friese Wold fietsten: niet alleen doorkruisten we het Doldersummerveld, waar we nog een indrukwekkend oorlogsmonument bezochten, maar ook reden we een gedeelte door zeer bosrijk gebied, ten noorden van Diever, kronkelend richting de Rijksweg en de Drentse hoofdvaart. Die staken we toen over, pakten Eemster en Leggeloo mee en gingen weer terug. Maar aan het begin van de tocht fietsten we door de meest westelijke regionen van de provincie, namen we een plukje Overijssel mee en kwamen we zelfs door voor de Nederlandse geschiedenis belangrijke plaatsen: de veenkoloniën. “Het is 1818 en Nederland staat in brand”, werd wel gezegd in het begin van de 19e eeuw, vlak na de Napoleontische tijd. Om Nederland van de armoe te behoeden, werd door generaal Johannes van den Bosch een begin gemaakt aan de invloedrijke Maatschappij van Weldadigheid. Arme stedelingen werden naar West-Drenthe gehaald om te werken, te wonen en te leven. Aan sociale voorzieningen geen gebrek: boerderijtjes om in te wonen, winkels, kerken, scholen, rustoorden, wat niet al. Het doel was, in de woorden van schrijver Wil Schackmann, ‘verarmde landgenoten uit hun toestand van ‘diepe ellende en daaruit spruitende zedelijke verbastering’ te halen.’ Diens boek De Proefkolonie ben ik thans aan het lezen. Uiterst interessante materie, zeker als je bedenkt dat de Maatschappij van Weldadigheid wordt gezien als een beweging die aan de wieg heeft gestaan van de verzorgingsstaat.

Op het terras van Hotel Frederiksoord, waar we overigens allemaal netjes op anderhalve meter van elkaar zaten, kwam dit allemaal niet ter sprake. Maar binnen in het café, toen ik even naar het toilet ging, zag ik enorme wandschilderingen van de Maatschappij van Weldadigheid. Ik vroeg een serveerster die glazen aan het polijsten was wat nou precies een “veenkolonie” inhield. Zij probeerde mij te helpen, maar wist het duidelijk ook niet precies. Toen een collega langsliep hoopte ze dat hij haar kon bijstaan. “Weet jij misschien wat die mensen dan koloniseerden?” vroeg ze. “Ja, maar niet vandaag!!” beet hij terug, en haastte zich naar buiten met een dienblad vol cola light. Buiten het feit dat ik niet vroeg wat die mensen dan koloniseerden (het land natuurlijk), en buiten het feit dat de betreffende collega buitengewoon disproportioneel reageerde (zo druk was niet, en wij moesten al lang wachten op aandacht van het personeel, en ik had niet de indruk dat de andere gasten en masse naar binnen stormden om het personeel te bestoken met moeilijke vragen over de Maatschappij van Weldadigheid; bovendien kon hij ook blij zijn dat er een klant was die bepaald niet uit de regio kwam en geïnteresseerd was in op zijn minst het interieur van het onderhavige café), was dit een vermakelijk en onderhoudend minuutje, waarvan ik later op de fiets uitgebreid verslag deed aan mijn vriendenschare. “Nou jongens, ik heb een ruzie veroorzaakt binnen.” Overigens hebben we louter positieve ervaringen gehad met het personeel in de Drentse cafés en restaurants. Iedereen kwam praatjes maken, vaker dan eens. Men maakte ook grapjes en was buitengewoon vriendelijk.

Afstand: 64,62 km
15 nieuwe plaatsen: Wapse (wit), Wapse (blauw), Wapserveen (wit), Wapserveen (blauw), Nijensleek, Frederiksoord, Wilhelminaoord (wit), Wilhelminaoord (blauw), Vledderveen, Vledder, Doldersum, Wateren, Zorgvlied, Eemster, Leggeloo

Ten besluit
Wellicht is het wel zoals de uitbater van onze ‘stamkroeg’ in Diever zei. Drenthe is een veenland, maar er zit ook veel zand in de grond. Dat zand heeft zijn weerslag op het karakter van de Drent: zachtaardig, vriendelijk en open. Hoe anders in het noorden, waar de grond vooral bestaat uit klei? Daar zijn de mensen hard. Dit zijn interessante bespiegelingen. Wat zou löss en mergel dan betekenen voor de Limburger? Volgens mij heeft iemand ooit een boek geschreven over dit soort materie. Voer voor later. De Pesser week was een werkelijk onvergetelijke vakantie. Ruim 200 kilometer gefietst in wisselende gezelschappen en ruim 30 bordjes afgetikt. En Missie-Drenthe is ook ruim 10% dichterbij de apotheose gekomen. Drenthe gaat hoger scoren in de Ranglijst der Provinciën dan ik misschien van te voren zou bedenken. Het is echt een hele mooie provincie, afwisselend, groen, historisch. Ook ga ik me nog eens goed buigen hoe ik nou het beste een provincie kwalitatief en in haar totaliteit kan beoordelen. Limburg gaat waarschijnlijk niet meer van de troon worden gestoten, en Flevoland eindigt hoe dan ook als laatst. Maar hoe kom je tot zo’n lijst? En is die lijst niet per definitie kwantitatief? We gaan het meemaken allemaal. Wordt vervolgd!

171 / 291 Drentse plaatsen bezocht: 58% voltooid
1022,85 km gefietst voor missie-Drenthe

De negende Drentse rit:

Fietsen door het Drents-Friese Wold:

Doldersummerveld:

Hunebed D52, bij Diever:

Het Hijkerveld: