Herfstige toestanden

De twaalfde Drentse rit

 

3 oktober 2020

Fietsen door Nederland is ook fietsen door taalgeschiedenis. Door de jaren heen heb ik een enorme liefde ontwikkeld voor toponymie, de naamgeving van plaatsen. Het is fascinerend om te zien hoe in geografische plaats- en waternamen oude taalvormen te zien zijn. Plaatsnamen laten vaak sporen zien van het Germaans, maar soms zijn er ook Romeinse invloeden te zien. In Emmer-Compascuum is er zelfs een combinatie zichtbaar: een compascuum is een gemeenschappelijke weide in het Latijn, en ‘Emmer’ is het bijvoeglijke naamwoord van de plaatsnaam Emmen, die een Germaanse oorsprong kent. Inmiddels ben ik bijna overal in Nederland geweest en heb ik duizenden plaatsnamen voorbij zien komen! Wat ik van toponymie denk te weten, komt dus deels voort uit het ‘in het wild’ tegenkomen van plaatsnamen, deels uit mijn taalkundige kennis van mijn studie klassieke talen en voor een aanzienlijk deel uit autodidactisch hobbyisme.

Deze herfstige fietstocht, de twaalfde door Drenthe, ving aan in Coevorden, waarover ik meer schreef in het verslag van de langste fietstocht aller tijden. Kortweg: de naam betekent de oversteekplaats van een koe! Zoals ook Ossendrecht. En Oxford. Of Bosporus. Ik fietste uiteindelijk een kleine honderd kilometer en stapte weer af in Hoogeveen. Koeien zag ik legio. De laatste vijf minuten regende het.

Garminge, Balinge en Mantinge, drie plaatsen die ik tijdens deze fietstocht bezocht, herbergen allemaal hetzelfde Germaanse achtervoegsel –inge. Dat is hetzelfde suffix als in Wageningen en betekent zoveel als “behorend bij de lieden van dat wat door het grondwoord is uitgedrukt”. Garm, Bal(d)o, Mante en ook Wagano waren allemaan persoonsnamen, verwijzend naar mensen die vermoedelijk een belangrijke rol speelden in de vroege perioden van deze dorpjes. Leuk ook om op te merken dat Garminge, Balinge en Mantinge ook alledrie erg dicht bij elkaar liggen, slechts enkele kilometers van elkaar verwijderd. Misschien waren Garm, Baldo en Mante wel een hechte vriendengroep en gingen ze in de nachtelijke uurtjes keten tussen de koeien op het Mantingerveld. Dat is overigens een van de vele natuurpareltjes van de provincie.

Eerder vandaag kwam ik in Orvelte, en daar is ook al een taalkundige bijzonderheid in te zien. -elte is een toponynisch grondwoord, waarmee je al een deel van plaatsnamen kan verklaren. Zoals broek (moeras) of heim (plaats, plek). Je ziet dit achtervoegsel -elte in Drenthe, zoals in Uffelte en Gijsselte en ook kom je het in het Eemsland (Duitsland) tegen, zoals het dorpje Bückelte of de wijk Hesselte, in Emsbüren. –elte gaat waarschijnlijk terug op verschillende samenstellende delen. Bijvoorbeeld het Germaanse woord lithi, dat ‘helling’ of ‘heuvel betekent. Maar ook veldhelde ‘helling’ of lo ‘licht, open bos’ kunnen aan –elte ten grondslag liggen. -elte heeft dan in een later taalstadium deze bestanddelen gedeeltelijk of volledig verdrongen. Orvelte is waarschijnlijk afgeleid van over-velde: aan de overkant van het (heide)veld gelegen. De v en de r zijn dan omgekeerd. Dit heet metathesis en zie je ook bij de r en de d in Geldrop (uit ‘Gelders dorp‘). Een andere mogelijkheid is dat het laatstse bestanddel van over-velde in Orvelte is geëvolueerd naar analogie van de reeds bestaande plaatsen die op -elte eindigden. Door ‘aanleuning’ is dan een vorm van met –elte ontstaan. De geschiedenis van Uffelte is ook aardig: geopperd is een hoger gelegen bosterrein (uit Up-helte), maar ook een samenstelling van ûf ‘uil’ en hultiþja ‘plaats waar hout groeit, bos’ is mogelijk. Ik noem nog Busselte, Boekelte, Zwiggelte. Veel van deze plaatsjes moet ik nog bezoeken. Wat hier geheel los van staat is dat Orvelte werkelijk een schitterend mooi dorp is met prachtige oude boerderijen en een mooie brink.

In Schoonoord ligt het openluchtmuseum dat de mythe Ellert en Brammert centraal stelt. Volgens de kern van de beroemdste Drentse sage zijn dit twee reuzen, vader en zoon. Zij vormden een roofzuchtig duo en iedereen die bij ze in de buurt kwam moest dat met de dood bekopen. Er zijn zoals het een ware mythe betaamt allerlei versies van in omloop. Ook zijn er later elementen aan toegevoegd, om bijvoorbeeld de plaatsnaam Ellertshaar te verklaren. Dit is typisch een gevalletje van volksetymologie: De plaatsnaam Ellertshaar betekent zoiets als ‘de els van het haar’, waarbij ‘els’ een boom is en een ‘haar’ een zandige rug. De associatie met de reus Ellert is er slechts op basis van klankovereenkomst. In een andere latere toevoeging zou Ellert Brammert hebben vermoord en zijn hoofd hebben vastgespijkerd aan een heuvel: dit is de Brammershoop geworden. Thans een afgegraven heuvel op het Ellertsveld, waarvan de naam dus een mythische oorsprong kent.

Ten slotte het verhaal over Schoonoord zelf: Jasper Klijn, die zijn naam ook aan het naburige Klijndijk heeft geschonken als een van de oprichters van de Drentsche Veen en Middelkanaal Maatschappij, heeft de nederzetting gesticht en tot Schoonoord gedoopt. Deze naamgeving was een onvervalst lokkertje: het zou hier toch wel zó mooi zijn dat de noeste veenarbeiders zich in ieder geval in een mooie woonplaats konden weten. Wellicht heeft meneer Klijn zich laten inspireren door het nabijgelegen Schoonloo. Of hij in die opzet geslaagd is weet ik niet. Het valt in ieder geval niet uit te sluiten dat meneer Klijn tijdens het turfsteken op een prullarium van Garm stuitte, die tijdens een wandeling naar het zuiden door reus Brammert de stuipen op het lijf werd gejaagd en het veld van Orvelte opstoof, zich verschanste achter een achteloos grazend groepje runderen en het vege lijf redde door zijn verbond met het web des levens te eren met een anachronistisch fietstochtje in den verre.

Afstand: 96,87 km

24 nieuwe plaatsen: Steenwijksmoer, Benneveld, Meppen, Aalden, Zweeloo, Wezup, Wezuperbrug, Schoonoord, De Kiel, Eeserveen, Eesergroen, Westdorp, Ellertshaar, Schoonloo, Elp, Zuidveld, Orvelte, Witteveen, Garminge, Balinge, Mantinge, Nieuw-Balinge, Tiendeveen, Stuifzand

227 / 294 Drentse plaatsen bezocht (77% voltooid)
1403,73 km gefietst voor missie-Drenthe